Verstandig stuk van Theo Witte. Over de eigen gelijk eerst fragmentatie en het stuitend amateurisme van een beroepsgroep. Dit trekt nogal een wissel op de beroepstrots en de prestaties van leraren. En een keer met zijn allen eens wat presteren, wat snakken we er naar. Het is wat lang, maar de moeite van het lezen waard. En vooral, we moeten hierover praten. Dit is toch zonder twijfel een van de grootste problemen van vandaag de dag.
Ik stel wel eens de vraag aan schoolleiders: ‘Hoe goed wordt jouw school als je uit alle docenten van de wereld mag kiezen om je team aan te vullen of vervangen?’ Het antwoord is vaak: ‘Dan heb ik de beste school van de wereld’. Ik leg dan uit dat ze die school over tien jaar zelf kunnen hebben gecreëerd door hun docenten te blijven trainen. Docenttraining kost niet meer dan dat we nu (willen) uitgeven aan onderwijsverbetering. Op alle scholen in Nederland wordt op dit moment al geld uitgegeven aan beroepsontwikkeling. Maar dit gebeurt op een manier die suggereert dat er tijdens docenttraining een stukje kennis wordt toegevoegd aan de professional dat haar blijvend verbetert. Daarna gebeurt er bijna niets meer mee in de klas, blijkt in de praktijk. Beroepsontwikkeling bij docenten kan beter worden opgevat als een proces van verandering van gewoonten, waarbij docenten aanleren om de betrokkenheid van leerlingen bij het leerproces te vergroten. Er zal dus, net als bij artsen, een systeem van continue educatie moeten worden opgezet.
ton van haperen een stevig artikel dat ik volledig onderschrijf. Een punt van aandacht maar zelfs angst heb ik dat de vier pijlers bemenst worden door mensen die AAN het onderwijs werken en niet IN het onderwijs werken. Ik zou dan ook als eis toevoegen dat de leden van de pijlers verplicht minimaal 60% ook docent zijn, dus ook daadwerkelijk werken in de klas. Wanneer dat niet gedaan wordt, wordt het weer een feestje van hen die geen idee hebben wat een klaslokaal is en krijgen we nog meer rijkdom in de kantoren en armoede in de klaslokalen.
IK kopieer het commentaar Maarten Pilgram, volgens mij de spijker op de kop. Stevigere beroepsgroep: helemaal mee eens, meer zogenaamde vakkennis: Er wordt in het stuk van Theo Witte onterecht een positief verband gelegd tussen hoge vakinhoudelijke kennis van een docent en het goed leerlingen kunnen begeleiden in hun kennisopbouw. Dit verband is echter negatief: Hoe meer een docent/iemand weet over een onderwerp, hoe slechter die persoon begrijpt wat de ander niet begrijpt. Professoren zijn daarom meestal slechte docenten en docenten in het PO en VMBO zijn meestal toppers.
Dit gaat nog meer promoties in de vakdidactiek opleveren... We hebben stoere wetenschap nodig. Waardeer dat ook in salaris. Bijvoorbeeld tweedegraads hbo LB, eerstegraads hbo LC, eerstegraads universitair LD, gepromoveerd (allemaal!) LE.
Leuke voorstellen en ik zeg doen. Het enige probleem is dat je een enorm stel hoepels optuigt waar docenten doorheen moeten springen, wat het alleen maar aantrekkelijker maakt om die moeite allemaal niet te nemen en gewoon onderwijsadviseur, coach, schoolleider, of noem maar op te worden. Wat mij betreft moet er dus ook bij dat schoolleiders per definitie vakdidactici moeten zijn (volgens de definities in dit voorstel). Dan ben je van een hoop gedoe af. En de lumpsum moet afgeschaft, dat mis ik ook een beetje.
Er wordt in het stuk van Theo onterecht een positief verband gelegd tussen hoge vakinhoudelijke kennis van een docent en het goed leerlingen kunnen begeleiden in hun kennisopbouw. Dit verband is echter negatief: Hoe meer een docent/iemand weet over een onderwerp, hoe slechter die persoon begrijpt wat de ander niet begrijpt. Professoren zijn daarom meestal slechte docenten en docenten in het PO en VMBO zijn meestal toppers.
“Het is een cultuur die wordt gekenmerkt door een zwakke beroepsorganisatie en een grote mate van autonomie van de lerarenopleidingen, schoolbesturen en docenten.” En wat vind je van NVON - Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen ? https://www.nvon.nl/
Met respect zonder verwijten doen aan zelfreflectie en weer de regie willen nemen, want jij bent de onderwijsprofessional in plaats van een onderwijsmarkt die prominente taak te geven. Daarbij hoort net als bij (para)medici een beroepsleven lang bijscholen om in een register te blijven staan. Hoe vanzelfsprekend ik het in mijn beginjaren als logopedist vond om bij de volgende vraag over een boekkeuze van ouders:"Wat raad je voor mijn kind aan?" daarbij de leraar in kwestie te betrekken, hoe vaker het later voorkwam dat de docent antwoordde:"Kiezen jullie samen maar!" Veelzeggend? In mijn naaste kring zaten tijdens mijn studie voor logopedist pa- studenten die nog verplicht tijdens hun studie -tig kinderboeken moesten lezen. (Ik ben het aantal kwijt, maar het was indrukwekkend). Hoe is dat nu, eigenlijk?
“commerciële bureaus voor coaching en professionalisering van teams, docenten en schoolleiders” Zoek maar: https://www.google.com/search?q=commerci%C3%ABle+bureaus+voor+coaching+en+professionalisering+van+teams,+docenten+en+schoolleiders&newwindow=1&client=safari&sca_esv=591675247&hl=nl-nl&tbm=isch&sxsrf=AM9HkKksODji09INpOM4ro1Fm9N4ovuPVQ:1702829267518&source=lnms&sa=X&ved=0ahUKEwj3y-ms7ZaDAxVRiqQKHWlHBj0Q_AUIBigB&biw=1112&bih=706
Docent en lerarenopleider aardrijkskunde
4 mnd"De leerbereidheid van sommige docenten is erg laag: “Ik sta al twintig jaar voor de klas, mijn examenresultaten zijn goed, wat moeten ze mij nog leren?” Wat zit hierachter? Arrogantie, luiheid, schaamte, angst, vermoeidheid? Waarschijnlijk vooral het laatste: veel leraren schermen zich af voor vernieuwingen omdat ze het veel te druk hebben om open te staan voor nieuwe kennis en inzichten op hun vakgebied." Ik denk dat er iets anders speelt en dat staat twee alinea's verder. Het interesseert de schoolleiding in de regel geen bal wat je doet in het lokaal, zolang de cijfers in orde zijn. Als jij veel en veel meer van een onderwerp weet dan andere docenten kom je daar niets verder mee qua carrière. Want dat gaat nooit echt het verschil maken in het percentage voldoendes.