slaaptijd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slaap·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slaap en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaaptijd | slaaptijden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de slaaptijd m
- het tijdstip dat je gaat slapen, of een duur van het slapen
- Deskundigen zeggen dat je een slaaptijd van 8 uur per dag nodig hebt.
Gangbaarheid
- Het woord slaaptijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.